U weet al sinds tijden dat wij in dat grote land veel persoonlijke kontakten hebben met een paar gemeenten. Dat waren er eerst meer maar dat was niet vol te houden en toen bleven er die twee over: Khayelitsha en Paballong bij Bloemfontein. Het is net alsof de afstand groter en groter wordt. Dat komt door mijn leeftijd natuurlijk, want de reis daarheen wordt bijna onmogelijk hoewel de nodiging vanuit Bloemfontein nog altijd dringend is: Ons hoop en vertrou dat ons u binnenkort weer sal sien. En bij ons (Janine en mij) is die hoop ook nog altijd levend. We geven het in de hand van de Here.
Door de e-mail hebben we intussen goed contact: Ds. Alfred vertelde voor een maand van de algemene toestand: fabrieken zijn gesloten, werkeloosheid, honger en armoede, veel lichamelijk leed. Vanuit het buitenland komen tallozen het land binnen met alle gevolgen van dien: corruptie bij de regering, diefstal van vee allerwege, kindermishandeling en ‘ontvoering van seuns en meissies neem toe, Dwelms is ook die duiwel vir ons jongmense’. Het is allemaal nog erger dan we dachten.
Kennelijk helpen ds. Alfred, zijn vrouw en enkele leidinggevenden die er nog zijn bij de kinderopvang waar het maar kan.
Tot en met de collecte van juni samen met de donatie door het visserijtoernooi konden we hierbij helpen in de allergrootste nood. Maar toen waren wij (voorlopig?) aan het eind. En zij voor een paar weken ook: Guinea rijdt door de week en zondag om kinderen op te halen en vooral ‘bessies’ niet te doen vereenzamen. Daarbij is het ook mogelijk om zelf geregeld bij het opvangcentrum aanwezig te zijn en toezicht te houden. Zij kreeg voor enige tijd van de overheid daarvoor een betuiging van dank en waardering! Maar sinds een paar weken is dat onmogelijk en de kas is leeg – ook bij mij!
En voor het eerst vandaar een heel concrete vraag om hulp. Met een kleine tweeduizend euro kunnen zij nog weer verder. Zou dat mogelijk zijn? Ik leg het gewoon bij ons neer in de hoop —-
G. Bos